De Nederlandse kunstmarkt van de zeventiende eeuw was uniek in die tijd. De verscheidenheid van de aangeboden werken was groot. Landschappen, stillevens, genrestukken, portretten en historiestukken vormden de belangrijkste categorieën waarin een schilder doorgaans gespecialiseerd was. Het gevolg daarvan was weer dat de kwaliteit van de schilderijen hoog was. Dat maakte het werk zo aantrekkelijk voor verzamelaars. De vrije kunstmarkt in Nederland bood mogelijkheden aan veel talentvolle schilders. Men werkte aanvankelijk voor de binnenlandse markt, omdat er voldoende afname was.

Eind zeventiende eeuw kwam tsaar Peter de Grote voor het eerst in Nederland. De schilderkunst van die tijd overtuigde hem zo zeer dat hij besloot die te gaan verzamelen. De grootste verzamelaar van Rusland was echter Catharina de Grote. Met een bijna ongelimiteerd budget kocht zij alles wat zij wilde.